zaterdag 20 april 2013

Afscheid nemen op school.


Vandaag was het onze laatste stagedag. Deze week hebben we met juffrouw  Lucenda en de leerlingen het O.S. Clevia lied geoefend. Ook gaf ik deze week nog enkele dagen les aan de 34 kinderen van de eerste klas. Ik heb van elke les enorm hard genoten. Elke les was één groot feest met liedjes, verhaaltjes, grapjes,… Maar natuurlijk moest er ook hard gewerkt worden en dat deden ze super goed. Ik was heel erg trots op hen. Tijdens de pauzes kwamen ze mij knuffelen, zwaaiden ze naar mij, kropen ze dicht bij mij op de bank,… Ik ben echt gaan houden van deze lieve kindjes.
Vandaag was het dus de grote dag, tijd om afscheid te nemen van iedereen. Samen met Bieke, Larissa en Veerle bakte ik 12 cakes en kochten we cadeautjes voor de leerkrachten en de directie. We gingen elke klas nog eens een bezoekje brengen om hen een stukje cake te geven en een foto met hen te maken. In 1B maakte ik nog een extra stop omdat ik gedurende deze drie maanden het meest met hen gewerkt heb en een heel goed contact had met de twee leerkrachten van die klas. Ik gaf elke leerling een lolly, gaf de juffrouwen een foto als aandenken en maakte ook een kaartje voor de vier jongens die ik extra heb begeleid gedurende mijn stage. Ze waren zo blij met hun cadeautje dat ze dit aan iedereen wilden tonen.
Aan het einde van de dag stond een grote show gepland. We verzamelden alle leerlingen en leerkrachten bij elkaar en zongen met z’n allen het O.S. Clevia lied dat we samen met heel de school maakten. Iedereen zong uit volle borst mee en je zag aan hun gezichtjes dat ze het super leuk vonden. Nadat we gezongen hadden, gaf juf Lucenda de micro aan mij en zei ze dat ik iedereen mocht bedanken. Toen ik in naam van de vier stagiaires de leerlingen, leerkrachten en directie bedankte, kreeg ik het even moeilijk. Omdat ik zo een goede band had met de leerlingen en leerkrachten, vond ik het niet makkelijk om afscheid van hen te nemen. Gelukkig kon ik de tranen nog bedwingen, want alles werd op beeld vastgelegd.
Het begint meer en meer tot me door te dringen dat het avontuur er bijna opzit. Morgen vertrekken we met de studenten van Turnhout voor drie dagen naar Danta bai en een dag later vertrekken we ook voor drie dagen naar Ralleighvallen. Daarna hebben we nog twee dagen om ons vertrek voor te bereiden en dan zitten we weer op het vliegtuig naar huis. Drie maanden leken eerst heel erg lang, maar nu kan ik zeggen dat drie maanden echt te kort zijn! Ik zou hier nog zoveel willen bezoeken, ik zou nog met zoveel mensen in contact willen komen en mensen nog graag wat beter willen leren kennen. Ik kreeg ook vaak de vraag wanneer ik terugkom naar Suriname. Ik zou dolgraag nog eens terugkomen, maar helaas zijn de tickets duur. Toch hoop ik dat dit mij vroeg of laat eens gaat lukken. Ik ben enorm blij dat ik dit avontuur aangegaan ben. Ik heb de tijd van mijn leven gehad hier. Af en toe miste ik het thuisfront wel. Jochen, moeke, voke, Lore, Evelien, Artuur, Korneel, de leidsters, de nichtjes en neefjes,… Maar dit woog niet op tegen het zalige gevoel dat ik tijdens deze drie maanden gehad heb!

See you soon!









woensdag 10 april 2013

Er was eens onze Leo, ons Irene, de neusbeer, de brulapen, de vogelspin, de kaaimannen, de schildpadden en de muis…


De voorbije weken heb ik niet stilgezeten. Er stonden heel wat uitstapjes gepland. Zo ben ik met 15 andere studenten naar Brownsberg geweest. Met een volle bus reden we richting onze bestemming. Het eerste stuk van de rit verliep heel vlot, maar wanneer we de bewoonde wereld verlieten en in de ‘jungle’ terechtkwamen, stond ons het eerste avontuur al op te wachten. Langs heel smalle weggetjes reden we bergop. Enkele kilometers voor we onze bestemming bereikt hadden, zat onze bus vast in de klei. Uitstappen en te voet verder gaan was het plan. Boven op de berg kregen we een prachtig uitzicht voorgeschoteld. Je zag er een overvloed aan bomen, het water, eilandjes, en ook Stoneiland waar ik pas naartoe geweest was. Tijdens ons tweedaags verblijf gingen we twee watervallen bezoeken: Leo en Irene. We kregen er ook bezoek van enkele dieren. Zo geloofden we onze oren niet toen we een stelletje brulapen hoorden. Ze hebben de naam zeker en vast verdiend. Ook hebben we kennisgemaakt met een vogelspin en een kleine neusbeer. Larissa mocht, als echte dierenvriend, het neusbeertje verzorgen. Ze mocht het zelfs met zich mee naar huis nemen om het vervolgens naar de dierentuin van Paramaribo te brengen. (Zo heb ik dus met een neusbeer in huis gewoond.) Onze reisgids Sergio maakte er voor ons een onvergetelijk verblijf van. Hij was goed voorzien van verhalen en was ’s avonds een echte showmaker. Misschien heeft onze Belgische Sergio wel inspiratie opgedaan bij onze reisgids, of omgekeerd?

Na deze leuke trip was het tijd voor een boottripje naar de kaaimannen. In een klein bootje voeren we tussen de kaaimannen. Deze trip stond ’s avonds gepland omdat je dan het best deze leuke beestjes kan spotten. In het donker kan je goed de rode ogen zien en is het makkelijker om er eentje te vangen. Vooraleer we vertrokken, kreeg ik te horen dat een week voor ons bezoek iemand twee vingers kwijt raakte bij het vastnemen van een kaaiman. Leuke vooruitzichten dus! Maar al snel had ik door dat ik niet bang moest zijn van deze beesten. De begeleider deed een rekje rond hun bek zodat ze ons niet konden bijten. Toch was de verleiding groot om er eentje vast te houden zonder rekje rond zijn bek. Gelukkig heb ik nu al mijn vingers nog.

Als laatste ben ik, samen met een bende van 20 man, drie dagen naar Galibi getrokken. Galibi is de plaats bij uitstek om ’s nachts schildpadden te spotten die eieren komen leggen op het strand. De eerste nacht zijn we met z’n allen om 1.00u schildpadden gaan zoeken. Dit was echt de moeite waard. Je zag hoe de schildpadden een weg groeven in het zand om zich vervolgens in het zachte zand te nestelen. Daar bleven ze dan geruime tijd liggen om hun eieren in het zand te leggen. Ik mocht aanschouwen hoe de eieren uit het lichaam van deze beestjes komt, zeer smakelijk was dat! Ik ga hier dan ook niet verder over uitweiden. Na een korte nacht was het tijd om naar het buurland Frans-Guyana te varen. Iets slimmer dan de vorige dag, deed ik nu mijn T-shirt en short uit in de boot. De dag ervoor kwamen we allemaal kletsnat uit de boot. Frans-Guyana was een lachertje. Er werd ons verteld dat we daar in een dorpje konden rondwandelen en souvenirtjes konden kopen. Ha-ha. Een verlaten stuk grond kregen we te zien met enkel een klein winkeltje met warme ijsjes en een hutje waar enkele ‘juwelen’ te bewonderen waren. We hadden het er dus al snel gezien en keerden weer naar Galibi. Daar kregen we de tijd om aan het strand te gaan liggen. Al snel viel ik er in slaap en werd ik wakker met een rode rug en rode benen. Ik zal het ook nooit leren… ’s Avonds nestelden we ons met z’n allen op de banken buiten bij het water en speelden we het spel ‘Weerwolven’ meermaals. Twee kleine snotneuzen van acht en tien die ons vergezelden naar Galibi waren verrassend goed in dit spel en speelden iedereen naar huis. ’s Morgens vroeg was het weer tijd om schildpadden te gaan zoeken. Buiten een dode schildpad die opgepeuzeld werd door vogels heb ik niet veel gezien. Op de terugweg stopten we met de boot nog even bij een kleine dierentuin. Daar zaten voornamelijk aapjes die het fantastisch vonden om van de ene persoon naar de andere te springen. Eindelijk kon ik dus eens aapjes aanraken.

Als ik terugdenk aan al deze tripjes, wil ik al meteen terug vertrekken. Nu zitten we hier weer in ons kleine huisje, voor school te werken, naar dezelfde vier muren te kijken. Al drie dagen probeer ik een berg kleren te wassen, maar het regent weer veel waardoor dit niet lukt. Ook voel ik mij altijd heel moe waardoor ik elk moment in slaap zou kunnen vallen. De motivatie om voor school te werken is ook even helemaal zoek. En het bezoek van een muis helpt al helemaal niet om mij op mijn gemak te voelen hier. Vorige nacht duurde het uren vooraleer ik in slaap kon vallen. Naast mijn bed heb ik een zak met chips en snoepjes staan. Toen ik wilde gaan slapen hoorde ik de zak kraken. Toen ik opkeek verdween het geluid. Ik wist meteen dat ik te maken had met een muis. Larissa dacht eerst nog dat ik het mij allemaal aan het inbeelden was en een paar seconden lang dacht ik ook dat ik waanideeën aan het krijgen was, tot ik plots het geluid weer hoorde. Ik maakte nog eens lawaai waardoor het geluid weer verdween. Toen ik het geluid voor een derde keer hoorde, heb ik mijn flesje water genomen en mij uitgeleefd op mijn snoepzak. Na enkele slagen zag ik dat kleine beestje weer onder de kast trippelen. Nu wist ik zeker dat ik te maken had met een muis. Ik opende vanuit mijn bed de deur en gooide zo snel als ik kon mijn eten de gang in. Kon de muis zich daar wat gaan amuseren. Ik bouwde een dam rond mijn bed zodat de muis niet in de buurt van mijn bed kon raken. Even wilde de muis nog proberen om onder mijn bed te sluipen, maar mijn goedgemaakt dam hield hem tegen. Ik heb me vervolgens verstopt onder mijn deken en ben na lange tijd in slaap gevallen. Deze ochtend was ik nog steeds niet helemaal op mijn gemak. Toen Larissa de muis door de keuken zag trippelen en het beest vervolgens naar buiten leidde, werd ik weer wat geruster. Ik heb nu al te maken gehad met apen, kaaimannen, gekko’s, vogelspinnen, schildpadden, neusberen,… en van niets ben ik bang. Maar muizen kunnen mij de stuipen op het lijf jagen. Hadden we de neusbeer nog maar zodat die onze muis kon opeten…

Tijd om inkopen te gaan doen en te gaan kokkerellen bij ‘die van Vorselaar’.


Groetjes, Julie zonder muis, maar met gekko’s, mieren, spinnen en muggen